Al zo lang als de mens bestaat, maakt zij zich druk over haar voorkomen. En daarbij hoort bij het verzorgen van hoofd en haren, ook de dimensie van geur. De oude Egyptenaren maakten daarvoor bijvoorbeeld kegels van geparfumeerde was die zij op hun hoofd droegen, om ondanks de immer aanwezige brandende zon zweet- en andere lichaamsgeuren te verbloemen.
In gevecht met de natuur
Want de menselijke natuur is er ook één die ons gebied om aantrekkelijk te zijn voor anderen. En zo raken we verwikkeld in gevechten met de natuur om ons heen, maar ook in symbioses.
In Europa, tijdens de Rococoperiode, besteedden de Venetiaanse dames die zich dat konden veroorloven, doorgaans zo veel tijd aan het perfectioneren van kapsels en make-up, dat zij over straat gingen met maskers die het gehele gezicht verborgen. Zodat de wind, regen en zon hun extravagante looks niet zomaar weer konden tenietdoen.
Daarnaast droegen veel tijdsgenoten ook hangertjes aan hun halskettingen, die gevuld waren met kruidig geparfumeerde reepjes textiel. Want op die manier kropen de luizen, vlooien en andere bijtende beestjes tezamen in die kettingen, wat diens drager een hoop gekrab scheelde. Geurige verleiding diende toen dus als redmiddel, dat twee vliegen in één klap moest slaan. Regelmatig een bad nemen, zoals in die tijd eigenlijk nauwelijks werd gedaan, had waarschijnlijk echter meer geholpen… In Parijs parfumeerde de pruikenmakers de weelderige pruiken voor dames met geparfumeerd en gekleurd poeder, om de lichaamsgeur en stank die het gevolg was van een even grote gebrek aan persoonlijke hygiëne, te verdoezelen. [1]
De geur van het sublieme
Fijne geuren, zoals die van bloemen associëren men in de vroeg Europese geschiedenis vooral met de goddelijke wereld. Om die reden werden geurende bloemen en kruiden vaak aan de goden geofferd door ze te verbranden. Waardoor er natuurlijk ook geur vrijkwam. Hier dankt parfum ook haar naam aan: ‘par fumus’ is afkomstig uit het Latijn en betekent: ‘door rook’.
De Romeinen brachten de dimensie van geur terug in hun huizen door er bosjes bloemen en kruiden op te hangen. Het branden wierook diende tot datzelfde doel.
Bij dinners en banketten was geur een even belangrijk element als smaak. En dames kozen bloemen uit op geur en staken deze in hun kapsels om hun coupe een extra belevingsdimensie te geven. [1}
Na de Romeinse tijd tot aan de 12de eeuw, was er in Europa niet echt sprake van een bloeiende parfumcultuur. Mirre en salie werden wel gebrand in huis om ongewenste geuren te verdrijven, maar aan het lichaam werd niet veel aandacht geschonken. Alleen zij die ver van huis gingen, ontdekten nog wel eens wat geurigs wat de moeite waard was om mee terug te brengen naar huis, beschreef aromatherapeut A. Gielen:
De kruisvaarder die rond 1100 terugkeerden van Israel, brachten nieuwe geuren als parfums mee, zoals rozenwater en jasmijnwater. Met die eerste werden wanden in woningen geparfumeerd en ook werden handen voorafgaande aan de maaltijd ermee gewassen. Hildegard von Bingen liet instructies na, zogenaamde maceraten, voor het maken van lavendelwater. [2] Maar parfumeren was nog altijd geen zaak voor gewone burgers anders dan edellieden en geestelijken.
Geur als codetaal
Volgens geur kunsthistorica Caro Verbeek werd geur in de middeleeuwen door de geestelijke orde ook gezien als ideaal communitcatiemiddel. Geur werd gezien als de taal van God. Een geur als mirre die enerzijds zoet is en anderzijds bitter, was een metafoor voor de tweeledigheid van het lijden van Christus. Ze stelt: ‘’Geuren waren een symbool op zich, in deze tijd [21ste eeuw, red.] bestaat dat niet meer.’’
Ze omschrijft als anekdote hoe er als gevolg van dit geloof in de middeleeuwen ook geestelijken overleden. De adem werd namelijk gezien als verschijningsvorm van de ziel. Veel geestelijken onthielden zich regelmatig bij wijze van vasten van eten en drinken (ascese), waardoor er bij sommigen van hen suikerziekte optrad en hun adem als symptoom zoet begon te ruiken. Dit werd als heilig fenomeen beschouwd, maar zorgde er dus wel voor dat sommigen van heiligheid stierven. [3]
Heilzame geuren
Vanaf de 12de eeuw, werden er wel halskettingen met parfumhangertjes gedragen: zogenaamde pomanders. Deze werden vaak gevuld met bijvoorbeeld amber en muskus en geparfumeerde olie. Men geloofde dat deze parfums therapeutische effecten had en daarmee beschermde tegen ziektes als de pest. [4]
Vanaf de Renaissance worden destillatietechnieken voor geur ontdekt en worden parfums voor het eerst vloeibaar. De handel die op gang kwam met andere continenten, vervingen de inheemse geuren al snel met nieuwe exotische ontdekkingen. [5]
Diy-recept voor plant based parfums
De aller eenvoudigste manier om zelf een plantaardig parfum te maken, is door een geurig kruid of bloemen naar keuze, fijn te snijden en deze als een thee een nachtje te laten trekken in gekookt water. Met een koffiefiltertje of zeef giet je je rozen-, lavendel- of ander bloemenwater af. Heerlijk! Maar de geur vervliegt vrij snel.
Door het researchen werd ik daarom nieuwsgierig hoe zo’n historisch parfum op basis van bijenwas zelf gemaakt kan worden. Ik kwam er al snel achter dat deze ‘solid parfumes’ op dit moment super trendy zijn, dus er waren veel recepten te vinden. Na verschillende te hebben vergeleken en geprobeerd in eigen keuken, baseer ik nu dit recept op die uit het boek van Anne Drank, Eco Lifestyle. Dit is een recept voor een makkelijk mee te nemen parfum uit een potje. Of blikje; wat je maar wilt. In elk geval voor een hoeveelheid van 16ml.
Je kiest je favoriete etherische oliën uit, en mengt ze in 20 druppeltjes tot jouw eigen persoonlijke parfum. Een inheemse plant die ook ontzettend lekker ruikt nu in de winter, en waar etherische olie van te koop is bij bijv. Holland&Barrett, zijn de Toverhazelaar (ook wel Hamameliswater).
Ingrediënten:
– 20 druppels van je favoriete etherische oliën
– 6 gram biologische bijenwas (of helemaal vegan: 2,5 gram carnaubawas en 2 gram cetylalcohol)
– 8 gram amandelolie
– 4 gram sheaboter
Smelt de amandelolie au bain marie (dus vul één soeppan met een laagje water en plaats daarin een kleinere pan waarin je de amandelolie rustig en gelijkmatig laat smelten). Daarna voeg je de sheaboter toe. Probeer de sheaboter zo kort mogelijk te verhitten, maar laat hem wel helemaal smelten. Haal dan de pan van het vuur en voeg de etherische olie toe. Roer alles snel door met een stalen lepel (want: makkelijk schoon te maken) en giet je parfum dan zo snel mogelijk in je potje. Deze oplossing stolt namelijk vrij snel. [6]
Breng deze parfum aan op je hals, het kuiltje van je hals, achter je oren en natuurlijk op je polsen.
Ik ben super benieuwd naar jouw geurcombinaties. Deel je ze hier met me? ;)
Lees hier de vorige blogs terug:
#1 – No-poo hairdo – tying a knot with nature
#2 – La Tricoteuse – vet haar als poëtisch verzet
#3 – Poudre du Riz – weelderige plant-based kleuring
#4 - Tires en Textures - over krulijzers en krullenwindsels
#5 - Lovelocks - haardracht als poëtische taal
Bronnen:
[1] M. Michels, Uiterlijk Schoon - haardracht en opsmuk door de eeuwen heen, 1994, Globe
[2] Gielen, A., Het jaar 1000, Giel en Aroma, 2001-2008, zoals gevonden op 29-12-21 op:
http://www.gielenaroma.nl/index.php?page=het-jaar-1000
[3] De Bruin, S., Geuren in de Geschiedenis, Rijksmuseum, zoals gevonden op 30-12-21 op
https://reuksmaakstoornis.nl/geuren-in-de-geschiedenis/
[4] Museo del Parfum, zoals gevonden op 28-12-21 op:
https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/beauty/43164-de-geschiedenis-van-geur-parfum.html
[5] Alles over Parfum, zoals gevonden op 28-12-21 op:
http://www.allesoverparfum.nl/parfum/geschiedenis.htm
[6] Drake, A., Eco lifestyle – aan de slag, Angèle
Lees verder:
Hi daar! Ik ben Jessica, een oer-Rotterdamse kunstenaar die onderzoekt hoe je van je leven een duurzaam LevensKunstwerk kunt maken